Pesten
Aantal spelers: 2–6
Kaartspel: Gewone 52-kaartenset + jokers
Doel: Als eerste al je kaarten kwijtspelen.
Spelregels:
-
Iedereen krijgt 7 kaarten. De rest ligt op een stapel, bovenste kaart wordt opengelegd.
-
Je mag een kaart spelen als hij hetzelfde getal of dezelfde kleur heeft.
-
Speciale kaarten:
-
2 → Volgende speler moet 2 kaarten pakken.
-
7 → Volgende speler is overgeslagen.
-
8 → Volgende speler moet stoppen met kaarten leggen.
-
Boeren (J) → Mag een willekeurige kleur kiezen.
-
Joker → Mag altijd gespeeld worden, volgende speler pakt 5 kaarten.
-
-
Geen speelbare kaart? Trek van de stapel.
Hartenjagen
Aantal spelers: Precies 4
Kaartspel: 52 kaarten, zonder jokers
Doel: Zo min mogelijk strafpunten verzamelen.
Spelregels:
-
Elke speler krijgt 13 kaarten.
-
Speel in slagen. Begin met de 2 klaveren.
-
Je moet de kleur volgen als dat kan.
-
Elke hartenkaart = 1 strafpunt, schoppenvrouw (♠️Q) = 13 strafpunten.
-
Wie als eerste 100 punten heeft, verliest. Degene met de minste punten wint.
Toepen
Aantal spelers: 3–8
Kaartspel: 32 kaarten (alleen kaarten 7 t/m Aas)
Doel: Ronden winnen en punten verzamelen
Spelregels:
-
Elke speler krijgt 4 kaarten.
-
Hoger is beter: volgkleur is verplicht. Harten is troef.
-
Degene die de hoogste kaart speelt, wint de slag.
-
Aan het begin van elke ronde kun je “toep!” roepen om het puntenaantal op te hogen.
-
Wie als eerste 15 punten haalt, wint.
Ezelen (voor families / kinderen)
Aantal spelers: 4–8
Kaartspel: 4 setjes van 4 dezelfde kaarten (bijv. 4 boeren, 4 azen, enz.)
Doel: Zo snel mogelijk een set van 4 verzamelen.
Spelregels:
-
Iedereen krijgt 4 kaarten.
-
Je kiest één kaart en geeft deze tegelijk door aan je buurman (links).
-
Dit herhaal je elke ronde.
-
Zodra iemand 4 gelijke kaarten heeft, legt die stiekem zijn hand op tafel.
-
De rest moet zo snel mogelijk volgen.
-
De laatste die zijn hand op tafel legt, krijgt een letter van het woord EZEL.
Zwikken (ook wel Blackjack 21)
Aantal spelers: 2–6
Kaartspel: 52 kaarten
Doel: 21 punten halen of zo dicht mogelijk in de buurt
Spelregels:
-
Aas = 1 of 11 punten, Boer/Vrouw/Heer = 10, rest is eigen waarde.
-
Je begint met 2 kaarten, en mag kaarten blijven vragen.
-
Als je boven de 21 komt: “gezwikt”.
-
De bank (meestal een aangewezen speler) speelt tegen iedereen.
-
Dichtst bij 21 wint.
Klaverjassen – Rotterdamse regels
Aantal spelers: 4 (in 2 teams van 2, tegenover elkaar)
Kaartspel: 32 kaarten (7 t/m Aas in elke kleur)
Doel: Samen met je maat zoveel mogelijk punten behalen door slagen te winnen.
Spelverloop
-
Delen: Elke speler krijgt 8 kaarten (meestal in 3–2–3 volgorde gedeeld).
-
Troef kiezen:
-
De speler links van de deler bepaalt de troefkleur: harten, ruiten, klaveren of schoppen.
-
Als iedereen past, wordt opnieuw gedeeld (of je speelt ‘verplicht troef’ volgens afspraak).
-
-
Spelregels:
-
Je moet kleur bekennen als je die hebt.
-
Heb je de gevraagde kleur niet? Dan:
-
Ben je verplicht om troef te spelen, als je troef hebt.
-
Heb je geen troef, dan mag je een willekeurige kaart weggooien.
-
-
Binnen troef geldt: als je moet troeven en een hogere troef hebt dan eerder gespeeld, dan moet je die verplicht overtroeven (in tegenstelling tot sommige andere varianten).
-
♣️ Troefrangorde en punten
Troefkleur (sterk afwijkend van andere kleuren):
-
Jas (Boer) = 20 punten
-
Nel (9) = 14 punten
-
Aas = 11 punten
-
10 = 10 punten
-
Heer = 4 punten
-
Vrouw = 3 punten
-
8 = 0 punten
-
7 = 0 punten
Niet-troef kleuren:
-
Aas = 11 punten
-
10 = 10 punten
-
Heer = 4 punten
-
Vrouw = 3 punten
-
Boer = 2 punten
-
9, 8, 7 = 0 punten
Laatste slag: +10 punten
Totaal per ronde: 162 punten
???? Roem – Bonuspunten
Combinatie | Punten | Voorwaarden |
---|---|---|
3 opeenvolgende kaarten | 20 | In één kleur, in volgorde (bijv. 7–8–9) |
4 opeenvolgende kaarten | 50 | Zelfde kleur |
Vier gelijke kaarten | 100 | (Bijv. vier 10-en) |
Vier boeren | 200 | Zeldzaam en hoog gewaardeerd |
Stuk (Heer + Vrouw van troefkleur) | 20 | Extra troefroem |
Roem moet in de eerste slag gemeld worden.
Puntentelling per ronde
-
Het team dat de troef kiest moet minstens 82 punten halen.
-
Halen ze dit niet? Dan is het team “nat” gegaan en krijgt het andere team alle punten van die ronde (dus ook de eigen slagen).
-
Bij 162–0 heet dit een pit (of: mars).
Kenmerkend voor het Rotterdamse systeem
Regel | Rotterdam |
---|---|
Kleur bekennen | Verplicht |
Troeven bij kleurgebrek | Verplicht, indien mogelijk |
Overtroeven | Verplicht |
Roem melden | In eerste slag |
Speelstijl | Strak en plichtmatig – weinig ruimte voor “smoezen” |