De Kralingseweg, de Ringvaartweg en de ‘s Gravenweg, drie prachtige groene linten die het drassige achterland sinds mensenheugenis met de stad verbinden, houden het verleden in stand. Samen vormen zij een standvastig driemanschap tegen de oprukkende modernisering. Oude namen van de tussenliggende straten, zoals de Turfweg en de Kralingse Kerklaan, herinneren aan de negentiende-eeuwse landwinning en het bijbehorende dorpsleven. Wie het oer-Hollandse gezegde ‘zo oud als de weg naar Kralingen’ gebruikt, heeft het zelfs letterlijk over de ’s Gravenweg.
Langs deze drie oude hoofdwegen staan eindeloze rijen vrijstaande woningen, elk omringd door niets dan natuur. Lange smalle sloten aan weerszijden, enkel onderbroken door een zijstraat of een brug. Brede, ruime percelen afgewisseld door smalle, diepe tuinen. Je ziet er historische panden, oude boerderijen, brede moderne villa’s en kleinere woninkjes. Om de paar meter een wilg, een oeroude eik, een populier – korte onderbrekingen in een verder langgerekte omgeving. Wie langs een van deze wegen wandelt, fietst of rijdt, ziet alle pracht voorbijtrekken in een fijne, afwisselende cadans: lang, kort, lang, lang, kort. In Morsecode vertelt ieder lint zijn eigen, unieke verhaal.
Ook de tussenliggende, nieuwere buurten van de wijk, waar alle noodzakelijke voorzieningen zijn gevestigd en waar tout Rotterdam in staat wordt gesteld zich aan het verrukkelijke buitenleven te onderwerpen, doet niet onder aan schoonheid. Bruin en wit, steen en hout vormen net als in de historische linten een fijne cocktail met het omringende natuurschoon. Kabbelend water waar je ook kijkt. Ook hier is het groen en sereen.
Wonen in ’s Gravenland is bepaald geen straf. ’s Gravenland is puur, ’s Gravenland is rijk en ’s Gravenland is wonderschoon. ‘s Gravenland is adellijk. Niet alleen in naam, maar in zijn hele aard.